maandag 15 december 2008

Aard van het beestje

Aard van het beestje.

Ik ben ziek. Hoewel...ziek is een groot woord. Ik kan niet uit de voeten en voel een zekere mate van ongemakkelijkheid. Ja, da’s wel een mooie omschrijving van de situatie zoals ik die ervaar. Ik schijn trouwens de enigste te zijn die dat zo ervaart. Verder vindt iedereen me vreselijk zielig.

En daar raak ik gelijk de kern van dit verhaal: het dilemma. Want het zou natuurlijk heel makkelijk zijn om hier dankbaar misbruik van te maken. Hoe eenvoudig is het dan niet om me te laten bedienen op mijn comfortabele bed in de woonkamer en ik bedoel het niet in de katholieke betekenis van het woord.
Een belletje of iets dergelijks naast mijn bed dat ik even beroer om mijn kopje koffie te krijgen, een boterham met gebakken ei en ham of een schone asbak voor mijn riante hoeveelheid opgerookte sigaretten. Gelukkig mankeer ik niets aan mijn maag dus ik kan me uit volle borst te buiten gaan aan zoetigheid en andere ongezonde zaken die me ook nog eens op een dienblaadje aangereikt worden door mijn liefhebbende vrouw. Zij komt na iedere kik mijnerzijds jubelend aangehuppeld met weer een koel glas cola en masseert aansluitend mijn voeten ook nog even met warme masage olie die ze vanzelfsprekend eerst zelf even voelt om ervoor te zorgen dat de temperatuur van de olie ongeveer 37 graden is. Zo zou het kunnen zijn.

Helaas voor mezelf is dat mijn eer te na. Ik ben een kerel en geen watje. Ik hoef niet meer bemoederd te worden! Ja ja, stoere woorden, maar eigenlijk komt het erop neer dat ik gewoon niet weet hoe ik dat, zonder de slappe lach te krijgen, zou moeten doen. Ik bedoel dat bemoederen.
Ergens in mijn hersenen is ooit vergeten een link te leggen tussen pijn en een normale reactie. Als ik pijn heb begin ik te fluiten of tussen m’n tanden door te sissen. Wordt de pijn erg dan ga ik neuriĆ«n en als het echt niet meer te harden is wordt ik lacherig. Dat loopt uiteen van grinniken tot de slappe lach al naar gelang de mate van van het lijden. Ach ja, ik ben er nou eenmaal mee behept en ik doe het er wel mee hoewel het ook wel eens tegen me werkt. Voorbeeldje: jaren geleden lag ik uitgeteld in het ziekenhuis. Ook toen was ik behoorlijk behoeftig. Op een morgen na het ontbijt ging ik douchen. Ik had een ruime badkamer naast mijn kamer. Met veel pijn en moeite is me dat gelukt. Een kwartiertje later gaat de deur van mijn kamer open en miss holland stapte binnen. Een wolk van een verpleegster. Werkelijk een lust voor het oog en zij zei dat ze kwam voor het douchen. Ik vertelde, dat ik net gedoucht had waarop ze zei dat ze me dan dus niet meer hoefde te helpen......toen kwam ik dus heel erg veel stille krachttermen tekort. Misschien ter overvloede, maar destijds zat ik nog in mijn vrijgezelle periode.
Het voordeel van dit rare macho gedrag is dat mijn vrouw met een gerust hart naar het werk kan gaan. Ik red me wel. Als ik naar het toilet moet ga ik er lopend heen en als dat niet lukt dan kruip ik wel, maar ik kom er wel en meestal nog op tijd ook! De enkele keer dat ik het niet op tijd haal geef ik gewoon onze aanloopkat de schuld. Als mijn vrouw thuiskomt uit haar werk en er ligt een vloeibaar bewijs op de keukenvloer zeg ik met een stalen gezicht:” Die gore kat ging gewoon midden in de keuken zitten zeiken!” Zij gaat fluks in de weer met heet sop en een dweil en ik lig behoorlijk trots te wezen op mezelf want ik vind het goed bedacht. De kat zegt niks terug en hij komt er wel weer overheen als hij een dag geen schoteltje melk krijgt.
Zo ziet u maar weer wat je allemaal kunt bereiken met fluiten, lachen en veel fantasie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten