zaterdag 7 maart 2009

Hangouderen.


Hangouderen.

Afgelopen week was ik weer eens aan de wandel en na een kwartiertje gelopen te hebben, kwam ik bij het zogenaamde leugenbankje.
Zoals u wellicht weet is dat een bankje dat je in veel dorpen en steden vindt en meestal wordt deze bank bezet door mannen in hun derde of vierde jeugd. De ouderen dus; mannen op leeftijd.
Deze mannen vertellen elkaar verhalen van vroeger en meestal worden die verhalen, naarmate ze langer geleden gebeurd zijn, steeds mooier en fantastischer en uiteindelijk worden het dus leugens.
Het leugenbankje in mijn dorp is geen haar beter. Er zaten twee mannen op en een derde zat op zijn rollator ernaast. Ze waren druk in gesprek en het ging er hard aan toe, want op een afstandje kon ik al horen dat de rollator bestuurder de universele woorden uitriep: “Vroeger! Toen hadden we pas armoe!”
De heren hadden mij in het vizier gekregen en nodigden me uit om te gaan zitten, want aan mijn manier van lopen hadden ze wel gezien dat ik daar aan toe was.
Aangezien ik amper de puberleeftijd ontgroeid ben vroeg ik of het wel gepast was dat ik bij zulke oude kerels ging zitten. Ze konden het gelukkig wel waarderen.
Meteen werd de aanval weer ingezet. Ze hadden het over de huidige crisis en dat dat helemaal geen crisis was. Nee meneer, vroeger, in de dertiger jaren, dat was pas crisis. We wisten ’s morgens niet of we ’s avonds te eten hadden en dan zaten we ook nog met veertien man aan tafel tegen drie aardappelen aan te kijken. Ha! Daar moest je nou eens om komen!
De man met de rollator wond zich steeds meer op en liep druk gebarend heen en weer. Ondertussen was hij zijn mobiele steun helemaal vergeten.Toen dat tot hem doordrong keek hij een beetje angstig om zich heen en ging hij gauw weer erop zitten. Hij wilde mij wel uitleggen waarom hij die rollator had als ik mijn mond kon houden en dat beloofde ik natuurlijk snel. Ik was erg benieuwd.
Hij vertelde dat hij 76 jaar was, een goed pensioen had en als het moest kon hij nog wel een marathon lopen; niet meer als een van de snelsten, maar toch. Echter, met zijn gezondheid en met zijn inkomen hoefde hij nergens aan te kloppen. Hij kreeg geen korting vanwege zijn leeftijd, omdat ze niet geloofden dat hij al zo oud was. Hij kreeg geen minima korting, omdat hij per ongeluk iets te goed in zijn slappe was zat. Kortom, doordat hij het zo goed voor elkaar had kwam hij nergens voor in aanmerking. En toen kwamen de crisisjaren weer naar voren. Er was hem toen ingeprent dat je altijd iets achter de hand moest houden. Nooit alles opmaken. Sparen, sparen, sparen.
Hij realiseerde zich dat hij meer moest doen om het nog beter te krijgen en schafte zich een rollator aan en daar ging hij voortaan mee door het leven en de deuren hadden zich geopend. Bij het gemeentehuis kreeg hij een voorkeurs behandeling; hij kreeg een gratis traplift die hij misschien later nog wel kon gebruiken. Als hij ergens heen moest, kon hij een taxi bellen. Ja meneer, op kosten van de verzekering.
Zo somde hij nog wat illegaal verkregen geneugten op en hij was oprecht blij dat hij deze extra dingen had. Niet dat hij het nodig had, maar je weet maar nooit hoe het over een paar jaar zou zijn.
De twee bankzitters hadden dit alles met stijgende verbazing aangehoord, totdat de ene zich realiseerde dat hij regelmatig boodschappen voor de rollator coureur deed. Toen begon hij een beetje rood aan te lopen en riep dat hij dus nooit meer iets voor de profiteur zou doen en dat het een schandaal was dat hij zo gebruikt was en dat alleen maar om er nog beter van te worden terwijl hij het al zo goed had!
De derde man bleef nog even stil. Hij zat peinzend te steunen op zijn wandelstok en gaf toen zijn visie op het gebeuren. Hij zei dat de huidige crisis eigenlijk helemaal te danken was aan dit soort egocentrisch gedrag. Altijd maar meer willen, nooit tevreden zijn met wat je hebt en een ander ook wat gunnen. Als mensen dingen niet betalen kunnen gaan ze het wel lenen. Ze leven boven hun stand om de schijn van welvaart maar op te kunnen houden, want stel je voor dat je buurman rijker was dan jou...allemaal klatergoud. De rollatorman had al die dingen helemaal niet nodig, maar wilde het wel allemaal hebben en dat gaat op kosten van de belastingbetaler. En wie is die belastingbetaler? Juist meneer, u en ik. Dus op een gegeven moment krijgt u ook de rekening van al dat overbodige consumptiegedrag en zover is het nu. Op dit moment krijgt iedereen de rekening en dus zitten we nu in een crisis, want niemand kan of wil het betalen.
De tweede man vertelde dat hij zijn hele leven fietshersteller was geweest, maar dat hij nu met plezier de bandjes van de rollator lek wilde prikken. Dit was genoeg voor de profiteur en hij ging met een opmerkelijke snelheid weg.
De derde man was altijd buschauffeur geweest en zei dat hij altijd opgekeken had tegen die man, omdat hij zijn werkzame leven had volbracht als bankdirecteur van de plaatselijke bank. Iemand met aanzien dus. Wat kun je je dan vergissen in zo’n persoon. Hoewel, van iemand die zijn hele leven hoge rentes berekent aan arme sloebers kun je ook weinig verwachten.
Het is tekenend dat wij ons geld toevertrouwen aan dit soort mensen en nu zitten wij op de blaren.
Ik heb op deze dag geen leugens of sterke verhalen gehoord op het leugenbankje. Wel zeer veel wijsheid en hoe klein een grote man kan zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten