maandag 16 februari 2009

Bruine kroeg


Kroeg.

Afgelopen week liep ik weer eens langs een oud kroegje. Het had een donkerbruine gevel met kleine glas in lood raampjes en uit de deuropening kwam de typische kroeglucht; een mengeling van verschraalt bier en rook.
Ik kon de verleiding om het verleden nog eens op te snuiven niet weerstaan en ik had eigenlijk toch niets beters te doen, dus ik ben naar binnen gegaan en ben gaan zitten aan een klein tafeltje met een hoogpolig kleedje. Op dat kleedje stond een glas met een plastic bloemetje dat helemaal vergeeld was in de loop van de jaren.
Nadat ik een kop koffie besteld had, overigens een erg lekker en vers kopje koffie met een speculaasje, heb ik de entourage eens goed in me opgenomen.
Achter de grote massief eiken bar stond de kroegbaas. Hij was een jaar of zestig en in het bezit van een gigantische bierbuik. Onder zijn vuurrode neus,die me vertelde dat hij een goede klant van zichzelf was, hing een snor om u tegen te zeggen en onder zijn onderkinnen waren tatoeages zichtbaar, half bedekt door een paar gouden kettingen.
Aan een ander tafeltje zaten twee oude mannen. Allebei hadden ze een glaasje jenever voor zich staan en een schaaltje pinda’s. Ook zij hadden een glas met een plastic bloem op tafel staan, maar ze hadden hem plat neergelegd. Waarschijnlijk was de bloem al meerdere keren omgevallen op het kleedje en door ervaring wijs geworden hadden ze het maar niet weer rechtop gezet.
Ik kreeg de neiging om mijn bloem ook plat te leggen, maar iets in me zei dat dit alleen was voorbehouden aan de vaste gasten.
Hun conversatie ging over vrouwen. Ze vonden de dames van tegenwoordig maar niks. Nee meneer, vroeger, toen had je pas vrouwen! Tegenwoordig zie je alleen maar magere vrouwen. De ene nog dunner dan de andere. Gratenpakhuizen. Nee,vroeger zat er nog heerlijkheid aan. Dan had je nog iets om beet te pakken en als het zomer was ging je gewoon achter je vrouw zitten; lekker in de schaduw.
En zo zaten ze hun vrouwen van vroeger nog wat meer te verheerlijken en de vrouwen van nu af te kraken.
Aan een tafeltje achter mij zat een man met een levensgrote pils voor zich een krantje te lezen.
Tijdens het lezen gaf hij hardop commentaar op de dingen die hij las en daardoor leerde ik hem in korte tijd aardig kennen.
De economische crisis had hij al lang zien aankomen. Al dat kapitalisme kon toch nooit goed gaan en al het werk dat nog beschikbaar was werd ingepikt door die lui uit oost europa en het werd dus hoog tijd dat die geblondeerde man uit Den Haag aan de macht kwam. Die zag er niet uit, maar desondanks had hij wel groot gelijk.
Zo praatte de man verder aan de hand van de krantenkoppen die hij las.
Even later ging de deur open en er kwamen twee vrouwen van middelbare leeftijd binnen. Allebei droegen ze een grote boodschappentas en allebei hadden ze een plastic regenkapje op waardoor ik wist dat het was begonnen te regenen en ik nam het besluit om nog maar een tweede kop koffie te bestellen. Binnen was het droog tenslotte.
De twee vrouwen bestelden allebei een kop koffie met een moorkop. Och, daar had ik ook wel zin in. Het ziet er altijd zo lekker uit, alleen eet het zo moeilijk. Met een vorkje heb je er geen vat op, maar zodra je de moorkap met je vingers gaat eten weet je zeker dat het een janboel wordt. De chocola gaat nog wel , maar de slagroom komt er altijd aan een kant uit die je niet hebt bedoeld.
De vrouwen aten de moorkoppen echter alsof het hun dagelijks werk was; gewoon met de handen en toen alles weggewerkt was werden de vingers grondig schoon gelikt. Daarna kwamen er zakdoekjes tevoorschijn en uit een tasje werd een fles eau de collogne tevoorschijn gehaald waarmee de zakdoekjes ruim besprenkeld werden. Hiermee werden monden, halsen, handen en polsen schoon gedept en de operatie moorkop was ten einde.
Tja, daarom kan ik dus nooit netjes een moorkop eten; ik heb niet zo’n flesje in mijn tas.
De twee oude mannen hadden het tafereel met welgevallen gade geslagen. De dames pasten blijkbaar goed in hun ideaal beeld.
De man achter de krant was bij het weerbericht aangekomen, want hij keek wantrouwig naar buiten om direkt daarna triomfantelijk te roepen dat het KNMI er alweer helemaal naast zat. Nee, dan die Piet van de tv. Die zat er ook altijd naast, maar die bracht het tenminste nog een beetje leuk. Als die vertelde, dat het morgen ging regenen kon je rustig een dagje naar het strand gaan, maar hem nam je het niet kwalijk, omdat hij altijd zo leuk oet mon zei ten afscheid. Zo leuk deed de KNMI het niet. Die droogstoppels van het journaal brachten alleen maar ellende.
Voordat de man aan de horoscoop zou beginnen stond ik op om af te rekenen. Twee euro voor twee koffie met een koekje.
Prijzen van vroeger in een kroeg van vroeger.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten