zaterdag 14 februari 2009

Mini. (vervolg op "Ons verhaal")


Mini.

De vorige keer heb ik u verteld dat ik een mini cooper had gekocht voor mijn vrouw.
Het was de ideale oplossing voor een paar van mijn problemen; ik zou weer baas in eigen auto zijn en er zou eindelijk een einde komen aan de stroom bekeuringen wegens rijden met te hoge snelheid, want dat ouwe kreng kon toch niet zo hard. Daarmee bedoel ik overigens de auto.
De mini is tot nu toe geen onverdeeld succes. Ik ben inderdaad weer baas over mijn eigen auto, maar ik had er niet aan gedacht dat de vorige eigenaar van de mini een handige knutselaar bleek te zijn.
Voor de eerste rit van mijn vrouw met haar rode mini nam ik in alle vertrouwen naast haar plaats. Hoewel , ik vouwde mezelf dubbel op een soort stoeltje. Eigenlijk was het meer een hangmatje tussen een stalen frame.
Toen ze gas gaf om weg te rijden klapte het stoeltje dubbel en lag ik gestrekt achterover. Iets wat niet echt aan te raden is vlak na een hernia operatie. Het kostte mij minstens een maand extra revalideren.
Maar dat terzijde. Het stoeltje klapte dubbel doordat zij binnen honderd meter op ruim tachtig kilometer per uur zat. Allerverschrikkelijkst, wat een kracht er onder dat lullige motorkapje zat.
Vlak bij ons huis loopt een lange weg. Mooi kaarsrecht en weinig verkeer. Ideaal dus om even te kijken hoe hard de auto kon als je maar telkens afremt voor de bekende flitspalen.
Met de snelheid die mijn vrouw ontwikkelde met haar speeltje leek het wel of ik in de botsauto’s zat op de kermis. Om de paar honderd meter lag ik achterover of knalde ik met mijn voorhoofd tegen de voorruit. Plankgas en boven op de rem. Zo ging dat.
Goed, op een gegeven moment was ze er zat van en wilde eens flink het gas ingedrukt houden.
Heeft u wel eens 190 gereden terwijl u het idee had in een koekblikje op de weg te zitten? Heeft u wel eens 190 gereden terwijl u het idee had dat het vehikel elk moment uit elkaar zou spatten?
Ik dus wel nu en ik kan u verzekeren dat ik daar nog lange tijd midden in de nacht zwetend wakker van zal worden.
Ik was dan ook erg dankbaar toen ik in een flits een motoragent langs de weg zag staan. Ik had met zo’n snelheid natuurlijk geen tijd om om hulp te roepen en ook als ik die tijd wel had gehad, dan was mijn schreeuw nooit boven het afschuwelijke gekrijs van de motor uitgekomen.
Het was dan wel een zwaar opgevoerde motor, maar het blijft wel een mini motor. Een motor die zulke snelheden ook niet gewend was.
Gelukkig zag ik de agent, toen ik weer even achterover lag, vol gas geven en langzaam liep hij op ons in. Toen we bijna Drenthe uit waren, het had ongeveer zeven minuten geduurd, had de agent ons ingehaald en gaf hij een stopteken.
Hij stapte van z’n motor en tikte tegen het zijruitje van mijn vrouw. Zij draaide langzaam het raampje een klein stukje naar beneden en keek de man fronsend aan.
Ik verwachtte een donderspeech en invordering van het rijbewijs, maar niets was minder waar.
Hij vertelde, dat hij door de onwaarschijnlijke snelheid geen goede meting had kunnen doen en als hij op het politieburo zou vertellen, dat hij een dame in een oude mini had betrapt terwijl ze 190 reed, dan zou hij aan alle kanten uitgelachen worden, dus wilde hij het bij een waarschuwing laten.
Eigenlijk bedoelde hij de waarschuwing meer voor de auto, want het was toch zonde om zo’n leuk autootje zo af te raggen en dat die fragiele buisjes en metaalplaatjes waar dit autootje van gemaakt was niet berekend waren op zulke snelheden.
Daarna maakte de agent nog de fout door de mini te vergelijken met mijn vrouw. Hij zei, dat ze op haar leeftijd toch ook niet tekeer ging als een puber met peppillen, omdat ze dan zeker niet veel ouder zou worden.
Dat was natuurlijk tegen het zere been van mijn vrouw. Als een vrouw volop aan het overgangen is moet je haar vooral niet op haar leeftijd wijzen. Da’s gevaarlijk. Da’s uitlokking.
Luttele seconden later had de agent dan ook het nakijken. Plankgas vertrokken we weer en nu ging het zelfs nog harder. Ik heb mijn ogen maar dicht gedaan, want de bomen langs de kant werden strepen en de flitspalen leken wel een stroboscoop, maar deze keer kon de agent ons niet bijhouden.
De mini staat nu in de garage achter een stapel dozen met oud papier. Daar blijft hij voorlopig ook staan, want reken maar dat alle agenten uit de provincie uitkijken naar een rode mini met twee witte lengte strepen en een explosieve dame achter het stuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten