woensdag 8 december 2010

Houthakken.


Het is alweer een tijdje geleden dat u iets van mijn wetenswaardigheden hebt kunnen lezen.Tja, een schrijversblok, geen inspiratie, geen tijd, geen zin, kortom, kies er maar iets uit.

Momenteel heb ik iets meer vrije tijd en dat drijft een man soms tot grootse daden. Jawel! Ik zorg zelf voor ons eigen brandhout; ik zaag het en ik hak het. Dat is even snel geschreven maar niet zo snel gedaan. Neen, dat heeft nogal wat voeten in aarde. Ik begin bij het begin: mijn vrouw en ik hebben een houtkachel in de woonkamer staan en van tijd tot tijd ontsteken we daarin een vuurtje, want da's gezellig, aldus mijn vrouw. Echter, waar vuur is, is hout en dat kochten wij bij de houthandelaar die tegenover ons woont. Dat hout is duur. Erg duur en doordat wij nu al een paar jaar ons hout bij hem kopen, begint de beste man aardig binnen te lopen. Hij wordt er dus rijk van. Momenteel is hij bezig een kapitale boerderij te bouwen, schuin tegenover ons huis en dat doet hij dus van onze centen. Ik gun hem dat best, maar eigenlijk heb ik die centen liever in mijn eigen beurs. Dus, er is een beslissing nodig: of ik gooi de houtkachel de deur uit, of ik koop geen duur kachelhout meer. De De eerste optie werd door mijn vrouw met kracht verworpen. Toen ik het voorstel opperde, kon ik nog net bukken om de uithaal te ontwijken. Voorwaar niet gemakkelijk als je last van je rug hebt. Goed, blijft over de tweede optie: zelf zorgen voor ons hout en dat betekent dus zagen en kloven. Via onze aardige buurman kwamen we terecht bij een louche gemeentewerker die met grote regelmaat beschikt over partijen boomstammen. Om de haverklap heeft die beste man aanhangers vol met stammen bij zijn huis liggen en daar wil hij dan zo snel mogelijk weer vanaf voor een symbolisch bedrag. Desnoods wil hij het ook wel komen brengen. Tussen ons gezegd en gezwegen, het gaat hem om de spanning van het achterover drukken en niet om het geld. Kijk, ik kijk wel een andere kant op, discreet als ik ben, want ik ben spekkoper. Dus, ik heb voor een prikkie forse vrachten hout bij huis. Alleen nog even zagen en kloven.
Dat is snel opgeschreven maar dat ging toch niet zomaar. Eerst moest ik een goede kettingzaag op de kop tikken. Geen nieuwe natuurlijk. Dat gaat tegen mijn principes in. Na lang zoeken via internet had ik nog steeds geen goede zaag en dat kwam de houtbietser ter ore. "Geen probleem meneer de Graaf! Bij de gemeente is wel weer een kettingzaag afgeschreven, die laten we even reviseren en voor een schijntje heeft u een professionele kettingzaag met alle toebehoren. "
Zo gezegd, zo gedaan en vandaar dat ik nu de trotse bezitter ben van een merkzaag, een merkzaagbroek en voldoende merkbenzine en olie voor de komende jaren. Zo komt splinter door de winter.
De beste man heeft mij eerst nog een les gegeven in verantwoord zagen, zodat ik niet in mijn benen zaag of in de benen of handen van mijn helper, in mijn geval is dat mijn vrouw.

Vorige week, op een koude winterochtend, heb ik mijn zaagbroek aangetrokken en mijn vrouw en ik zijn aan de slag gegaan. Tjonge, wat maakt dat dan een kabaal. Het duurde dan ook niet lang of de buren kwamen kijken of dit wel goed ging en de schampere opmerkingen over het lawaai waren niet van de lucht. Na een uurtje waren alle buren weer afgedropen en naar horen zeggen was hun doofheid tegen de avond weer over. Iets wat mijn vrouw en ik niet konden zeggen. Wij konden pas de volgende dag weer helder horen. De volgende keer toch maar gehoorbescherming gebruiken. Maar waar het om ging: ik had een deel van de stammen in handzame stukken gezaagd en ook nog zonder ongelukken.
Tijd voor deel twee, het kloven. Nou ja, hoe moeilijk kan het zijn? Een stuk boomstam van aanzienlijke dikte moest dienst doen als ondergrond. Daarop plaatst men een stuk stam en met een kloofbijl hak je het doormidden of in vieren, al naar gelang de dikte.
Een kind kan de was doen nietwaar?
Eerlijk gezegd moest ik er even inkomen. Naderhand bleek dat mijn eerste probeersel een eiken stam was, loeihard en niet van plan om te splijten. Ik haalde uit en de dreun trilde nog een minuut of vijf na. In het stammetje zat een snede van ongeveer twee milimeter. Niet iets om trots op te zijn. Goed, stammetje opzij gelegd en een andere houtsoort opgezocht, een berken stammetje. Dit ging beter. Met een ferme slag spleet ik hem.
Het volgende stammetje was van een beuk, geloof ik. Weer spleet het met een harde klap maar één helft ketste tegen mijn scheenbeen en veroorzaakte een blauwe plek. Na een tijdje gewreven te hebben en de nodige lelijke woorden binnensmonds gebezigd te hebben, ging ik verder met weer een andere houtsoort.
Ik had mij ondertussen nogal kwaad gemaakt. Drie stammetjes en een forse blauwe plek die vervelend na bleef schrijnen. Niet iets om vrolijk van te worden. Dit kon ik natuurlijk niet laten merken aan mijn vrouw. Zij was erg trots op mijn mannelijke bezigheid. Het geluid van krakend hout en een bezwete man met een forse bijl in zijn handen is voor haar het toppunt van de ideale echtgenoot. Dit alles overdenkend, pakte ik het volgende stammetje. Wat kon mij het schelen of het een harde houtsoort of een zachte was, ik zou hem in één klap splijten!
Stammetje goed neerzetten, even in de handen spugen, richten en uithalen, BAM, in drie stukken! Helaas knalde het stammetje uit elkaar door de klap en een gedeelte knalde tegen mijn andere scheenbeen. Deze was nog veel pijnlijker dan de eerste blauwe plek. Ik heb voorzichtig gekeken, nadat ik een tijdje gewreven had en het bleek dat daar toch een verbanddoos aan te pas moest komen. Mijn vrouw heeft er eerst een gemeen bijtend goedje op gedaan en daarna verbonden. Ik meende een ironisch glimlachje te zien toen ze bezig was.
Uiteindelijk heb ik nog wat hout gekloofd en dit ging goed, omdat ik de zaagbroek had aangetrokken op aanraden van mijn vrouw. Zo'n broek is erg dik en vangt moeiteloos de klappen van de stammetjes op. Dat ik daar zelf niet op gekomen was.
Vandaag hebben we weer een partij stammen gezaagd. Het liep vlekkeloos en toen het gekloofd moest worden, vroeg mijn vrouw of zij het ook eens mocht proberen. Nou ja, dat moest dan maar. Ik heb haar eerst nog uitvoerig op alle gevaren gewezen en daarna ben ik op gepaste afstand gaan kijken.
Het was gewoon genant. Het eerste stammetje ging een beetje moeizaam maar daarna had ze de smaak te pakken. Na een half uur had ze de hele partij gekloofd. Een berg waar je niet overheen kon kijken en daarachter een glimlachende eega met een forse bijl in haar handen.
Toen ze mijn gezicht zag, zei ze nog dat het best wel tegenviel, maar mijn mannelijke ego was weer grondig bij de grond afgezaagd.

Nou, het hout ligt netjes opgestapeld en de kachel brandt volop achter de kerstboom.
Ik moet weer iets nieuws bedenken om mijn mannelijkheid bot te vieren.