donderdag 22 januari 2009

Vissen.


Vissen.

Mijn buurman vroeg of ik een dagje meeging om te vissen aan een kanaal in de buurt.
Helaas voor hem ben ik in de loop van de jaren iets wijzer geworden en heb vriendelijk, maar beslist bedankt voor de uitnodiging.
Vroeger trapte ik er nog wel eens in. Dan ging ik weer vol goede moed mee onder het motto: het zal toch ook eens leuk moeten zijn?
Maar nee. Alleen maar ellende. Kou, natte kleren en die enkele keer dat ik een vis uit het water haalde was hij ondermaats of niet te eten. U moet daarbij denken aan stekelbaarsjes, glasaal en baby scholletjes.
In het begin overkwam het mij wel dat ik de hengel ophaalde uit verveling (je moet toch iets doen na een uur te hebben gekeken naar een dobber die niet bewoog) waarop ik mij verwonderde, dat er een pier aan de haak zat in plaats van een made. Het bleek een miniem palinkje te zijn.
Als zoiets nou een keertje voorvalt, alla, maar voor mij was het schering en inslag en dan heb je toch gauw de lol eraf. Vooral als je maten, die verderop zitten, leefnetten vol vis mee naar huis nemen.
We gingen ook wel eens aan de kust vissen en dan het liefst bij guur weer. Regen en kou, dat was blijkbaar echt iets voor de doorgewinterde visser.
Het is voorgekomen, dat iemand anders mij dan moest helpen bij het plassen, omdat ik geen idee meer had waar mijn handen zaten. Zo gevoelloos waren ze geworden terwijl ik nog wel mijn volle blaas voelde.
Nee, ik ben geen visser en daarmee ben ik ook een buitenbeentje in de familie. Mijn opa was visser op zee en mijn vader en broer c.q. zwagers deden soms niets liever dan vissen. Op binnenwateren en op zee.
Wel heb ik jaren geleden ,toen de kinderen nog klein waren, een vissekom gehad met twee goudvissen, maar de manier waarop ik die vissen verzorgde viel ook al niet in goede aarde.
Binnen een paar weken was de kom groen en kon je geen vissen meer zien. Een natuurlijk effect als je zo’n kom niet grondig reinigt, dus ik aan de slag met chloor, want mijn moeder had mij geleerd dat je met chloor alles schoon kreeg en het ruikt zo fris, nietwaar?
Ik ging ervan uit dat ook de vissen dat wel zouden waarderen, maar niets was minder waar.
Binnen tien minuten na het reinigen van de kom lagen ze zielloos op hun rugjes te dobberen op het wateroppervlak.
Nou ja, kan gebeuren natuurlijk. De overgang van een groene kom naar een kom waarin je ineens alles ziet is ook groot en ik had me laten vertellen dat goudvissen nogal tere zieltjes hebben.
Dus, op naar de dierenwinkel en ik heb twee nieuwe vissen gekocht, terwijl mijn vrouw de kom nog maar eens goed uitspoelde, omdat ze op de gedachte kwam, dat chloor misschien niet zo goed voor ze was. Een gedachte die na wat navraag wel plausibel was.
Maar goed, dat krijg je als je geen binding met die beesten hebt. Als we bijvoorbeeld een weekje weg gingen kiepte ik de kom leeg in de gracht met de plechtige woorden:” Leve de vrijheid!”
Als we terugkwamen kocht ik weer twee nieuwe vissen en klaar is kees.
Tja, als je dan wat ouder wordt kom je er natuurlijk wel achter dat dit niet de manier is waarop je met levende wezens omgaat.
Misschien hebben we daarom nu ter compensatie grote vijvers met vissen. Mooie goudwindes en andere soorten vijvervissen.
We proberen het op een zo natuurlijk mogelijke manier te doen met veel waterplanten en stromend water en dat gaat erg goed. Het is een lust voor het oog en ik heb de indruk dat de vissen zich thuis voelen bij ons.
Op de een of andere manier voelen ze het aan wanneer ze eten krijgen, want als we met de emmer met voer aan komen lopen verzamelen ze zich razendsnel op een vaste plek en dan is het feest in het water. Ze proberen elkaar af te troeven met het eten. Wie kan het hoogste uit het water springen en wie kan de meeste korrels in zijn bek krijgen in één hap. Kortom, een lust voor het oog en ik heb nog steeds niet de neiging om weer een hengel aan te schaffen.
Maar mijn vader probeert al jaren mij weer een hengel aan te smeren. Meestal heeft hij wel een paar hengels achter in de auto liggen en als hij langs komt moet ik altijd even kijken en dan begint het verhaal weer: Gerard, moet je nou es kijken wat een hengel, wat een evenwicht, wat een souplesse, hoe lekker ligt dat in de hand enzovoort.
Vorige week ben ik uiteindelijk bezweken en heb ik een hengel in ontvangst genomen, waarop mijn vader helemaal verguld weer huiswaarts ging. Eindelijk had hij zijn jongste zoon weer op het rechte pad.
Gisteren stond ik bij de vijver een beetje te peinzen. Het zonnetje scheen en ineens kreeg ik het idee om de hengel eens uit te proberen. Wat kon me gebeuren tenslotte. Lekker achter huis aan de waterkant, een lekkere stoel met dikke kussens, vers gezette koffie erbij. Wie doet me wat.
Ik heb een paar uur heerlijk zitten vissen en niets gevangen, natuurlijk, want voor de zekerheid had ik niets aan de haak gedaan. De vissen groeien me niet op de rug.
De volgende dag was wel een tegenvaller. De vijver bleek lek. Vijftig kuup water weg en een stuk of veertig dooie vissen lagen op de bodem.
Mijn opoe zei ooit al dat de vis duur betaald werd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten