donderdag 8 januari 2009

IJsvrij




Vandaag las ik dat ambtenaren in Den Haag ijsvrij kregen en dat wekte toch een zweempje van jaloezie op.
Ik ben geen ambtenaar en als ik het aan mijn werkgever zou vragen zou hij kijken of hij water zag branden. Een overigens toepasselijke manier van kijken als er om ijsvrij gevraagd wordt.
Als antwoord zou hij geven dat ik een snipperdag zou kunnen nemen als het werk het toeliet. We zijn tenslotte geen schoolkinderen meer en er moet gewerkt worden om je brood te verdienen.
Nou ja, als ik werkgever zou zijn zou ik er waarschijnlijk precies hetzelfde over denken. In tegenstelling tot de rechten van een baas heb je als werknemer vakantie en snipperdagen die gewoon doorbetaald worden. Als je ziek bent dan bel je even en je wordt doorbetaald terwijl je op je bed ligt. Kortom, we hebben het nog niet zo gek voor elkaar.
Maar om dan ook nog ijsvrij te krijgen op kosten van de baas, dat gaat wel erg ver, zo niet te ver.
Echter, laten we nu eens aannemen dat ik ijsvrij zou krijgen. Al was het alleen maar even om er een leuk verhaaltje over te kunnen schrijven.
Goed, nadat we dus met z’n allen om acht uur aan het werk zijn gegaan kwam de baas met een snaakse blik op de afdeling en hij vertelde dat hij een verassing voor ons had. Na enige momenten van stilte om de spanning op te voeren kwam hij met het verlossende bericht: we kregen allemaal de rest van de dag ijsvrij!
Gillend en joelend stormden we met de hele kluit naar buiten. Op weg naar het ijs!
Goed, in de praktijk blijkt dat de meerderheid naar huis gaat, want schaatsen is iets uit een grijs verleden en een heup is zo gebroken nietwaar?
Ik niet natuurlijk. Nee, ik ga naar een bevriend echtpaar waarvan ik weet dat hij schaatsen heeft en dat hij mijn schoenmaat heeft en ik weet ook zeker dat zijn baas niet zo gek is als die van mij, dus hij moet gewoon de hele dag werken. Zijn schaatsen kan ik dus wel lenen.
Nadat ik de schaatsen bemachtigd had ging ik op zoek naar een mooi en rustig stuk natuurijs. Vooral rustig, want het is al zeker dertig jaar geleden dat ik geschaatst heb en ook toen kon ik het niet goed.
Ik wilde dus een rustige en ruime plek opzoeken om niet al te zeer voor schut te gaan.
Na een uurtje rondrijden vond ik een schitterende plas. Groot,mooi en en niemand te zien. Wat wil een amateurtje nog meer.
Na de schaatsen aangetrokken te hebben, vroeger moest je ze onderbinden maar tegenwoordig trek je ze aan, probeerde ik de eerste voorzichtige slagen op het ijs. Het was glad. Erg glad en voor ik er erg in had lag ik op mijn rug met mijn benen in de lucht. Foei, dat deed nog lelijk zeer ook.
Maar een beetje kerel laat zich natuurlijk niet kennen en in mijn achterhoofd had ik toch het idee dat misschien iemand mij had zien vallen op een nogal radicale manier, dus ik trok mezelf overeind aan een paar graspollen aan de kant en ging even zitten om de ergste pijn weg te laten trekken.
Na een minuut of tien was ik goed genoeg hersteld en probeerde ik het nogmaals. Een paar lange slagen vooruit en waarempel, het ging! Ik was trots op mezelf en zwierde als een prof over het ijs.
Het ging ongeveer dertig meter goed toen ik met mijn linkerbeen een slag wilde maken, maar mijn voet ging rechtuit in plaats van linksaf. Ik zat met mijn schaats in een scheur en dat geeft een heel vreemde sensatie in je enkel.
Toen ik languit op mijn kin kletterde en het metaal van een schaats hoorde breken dacht ik nog, dat ik blij moest zijn dat het metaal brak en niet mijn enkel.
Maar goed, met een bloedende kin en een pijnlijke en verdraaide enkel lag ik midden op de ijsvloer te bedenken hoe ik aan de kant kon komen.
Dat viel mee, want uit de bosjes kwamen een paar vrouwen met kinderen die alles gezien hadden en wel genoten hadden van mijn gestuntel, maar nu ook wel inzagen dat ik hulp nodig had. Ze hesen me omhoog en ondersteunden me terwijl ik naar de kant kreupelde.
Toen ik genoeg moed verzameld had ben ik naar de auto gegaan en naar huis gereden. Dat klinkt simpel, maar het was een lijdensweg. Van de waterkant naar de auto lag een bloedspoor van het bloed dat uit mijn kin druppelde. Wat kan dat lekken als je ijskoud bent.
Thuis gekomen heeft mijn vrouw me eerst uitgelachen en daarna verbonden en mijn enkel in het ijs gezet alsof die nog niet koud genoeg was, maar dat moest nou eenmaal volgens haar. Het ging de zwelling tegen die toch al aanzienlijk was.
De volgende morgen heeft ze me uit bed geholpen en met de auto naar mijn werk gebracht en daar bleek dat al mijn collega’s fris en fruitig binnen kwamen. Niemand had een blessure of zelfs maar spierpijn en toen ze mijn relaas hoorden waren ze oprecht verbaasd dat ik echt was gaan schaatsen na al die schaatsloze jaren en ik werd acuut gepromoveerd tot de schlemiel van de afdeling.
De baas kwam nog even vragen of het schaatsen bij iedereen goed bevallen was en een massaal gejuich klonk op. Het overstemde tenminste mijn gekreun.
Tijdens de pauze bleek trouwens dat ik de enige was geweest die op het ijs was geweest. De rest had lekker warm een dagje bij de kachel doorgebracht.
Misschien was dat ook wel verstandig geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten